Ze vindt de moed om toch te komen | 21 november 2019

Een cliënt heeft elke keer een smoesje om niet te komen oefenen. Of is er meer aan de hand?

Ik wil graag dat ze wekelijks komt oefenen, maar dat gaat niet altijd want ‘de boekenman komt’, ‘ik moet wachten op de zorg voor de medicijnen’, ‘ik ga naar de bingo’, ‘het is donker buiten’… Wanneer ze ‘s middags een afspraak heeft, belt ze vaak ’s ochtends op dat ‘het toch echt niet gaat lukken die middag’ omdat ze zich niet goed genoeg voelt. In de breedste zin van het woord…

Niet zo lang nadat ik haar heb leren kennen, is ze verhuisd naar om de hoek van de praktijk. Het duurde lang voordat ze haar weg kon vinden. In, maar ook om het huis. Toch vond en vindt ze iedere keer weer de moed (al dan niet door mij ingesproken) om te komen oefenen. Ze kan binnendoor naar ons toe lopen, maar toch doet ze altijd haar jas aan, want ja… waar laat je anders je huissleutel?

Zo ook een keer toen het erg koud was. Onder haar jas had ze alleen een dun t-shirtje aan op haar rok en ik kreeg het al koud bij de aanblik van dit geheel. Ik zag dat ze kippenvel op haar armen had en vroeg haar of ze het koud had. ‘Ja, ik heb het wel frisjes, maar ik fiets me wel warm,’ zei ze.

Ik deed een handdoek in de magnetron en legde de warme doek over haar schouders en armen. Ik wreef ook even over haar schouders en armen om haar te laten ontspannen. ‘Zoiets liefs heeft nog nooit iemand voor me gedaan,’ zei ze.

Sinds die tijd bestaat er voor deze mevrouw zoiets als ‘het fysio vestje’. Want ik heb haar natuurlijk ook aangeraden om zich warmer te kleden. Zo heeft ze het voortaan ook lekker warm als er geen fysiotherapeut met een warme handdoek in de buurt is.