‘Het is jouw feestje.’
Dat was altijd jouw antwoord op mijn vraag wat je vandaag nodig hebt met oefenen.
Ruim twee jaar geleden werd je getroffen door een beroerte. Je revalidatie ging niet over rozen, want we werden getroffen door een pandemie. Na de revalidatie ging je naar huis, liefdevol aangepast zodat je zelfstandig thuis kon blijven wonen.
Een tijdje later kwam ik in beeld. Samen met jou wilde ik kijken wat er mogelijk was. Wat trainbaar was en waar jij het meest mee geholpen zou zijn. Vanaf het begin was duidelijk dat het voor jou niet hoefde. Maar dan tref je het slecht met mij. Hoe harder je roept dat je niet wilt, hoe harder ik mijn best doe om het voor elkaar te krijgen.
Je hebt geschaatst en de techniek die je daarvoor hebt geleerd, kon ik toepassen in de therapie. Ik heb zelf schaatsles en de instructeurs die mij nu lesgeven hebben ook nog met jou geschaatst. Het was een ingang voor een gesprek. Een gedeelde interesse en de broodnodige afleiding tijdens de therapie.
Zo hebben we veel gesprekken gehad, ook over het zeilen. Waar je naar toe zeilde, hoe lang je daar over deed en in welke haven je dan bleef overnachten. Ook daar herkende ik dingen en deelden we de interesse omdat je zeilde op het water waar ik vroeger zeilde. We hebben gelachen om al je belevenissen.
Steeds vaker belde je af. Dat het niet ging lukken omdat je te moe was.
‘Ik lig net, Lianne’ was je gevleugelde uitspraak.
Mijn antwoord was vaak: ‘Zal ik je laten liggen dan?’
‘Graag,’ zei je.
Het voelde voor jou of je steeds iets moest en niet aan jezelf toe kwam. De herinneringen en gedeelde interesses gaven even afleiding, maar nooit genoeg om je te motiveren om door te gaan. Het besef dat het nooit meer zo zou worden als voor de beroerte heeft altijd de boventoon gevoerd. Het maakte je moe. Levensmoe.
Het was mijn feestje. Wat ik nodig vond om te oefenen deed je, voor mij, niet voor jezelf. Voor jezelf vond je niets meer nodig. Ik zag mogelijkheden, jij niet meer.
En zonder het te weten heb je me zoveel geleerd. Als zorgprofessional, als fysiotherapeut en als mens.
Bedankt daarvoor.