Glimmende knieën | 11 november 2020

Ik zit op de fiets. Het is zo rond half elf ’s avonds en ik adem de frisse buitenlucht diep in. Het rinkelen van de telefoon klinkt nog na in mijn oren. Ik ben moe, heb zere voeten maar ook een brede glimlach rond mijn mond.

Het is helaas zover. Ik word gevraagd om bij te springen in de zorg. Iets met ’te’… Te veel zieke bewoners, te veel zieke collega’s, te veel werk voor te weinig mensen. Tijd om te hulp te schieten.

En daar sta ik dan. Volledig gehuld in de beschermende materialen.
‘Is het duidelijk wat je moet doen?’ vraagt een collega van de zorg.
‘Het belangrijkste is dat ze vanavond allemaal schoon en veilig in bed liggen,’ zeg ik.
De afgelopen drie jaar heb ik aardig wat ervaring opgedaan als mede-mantelzorger en ik ben er van overtuigd dat me het gaat lukken. De beste manier is om er aan te beginnen.

De telefoon gaat over. ‘Zuster, komt u me helpen?’
Natuurlijk kom ik helpen. Weer telefoon ‘Zuster…’ Natuurlijk. Telefoon. ‘Zuster.’ Natuurlijk. En zo gaat het maar door.
Ik heb een beetje het gevoel dat ik als nieuwe juffrouw voor een klas wordt uitgeprobeerd.  Ik moet er wel om lachen en ondertussen heb ik er al aardig wat meters op zitten van het heen en weer lopen naar verschillende kamers.

De avond vordert en het wordt rustiger. Ik neem nog een keer mijn lijstje door, want ik mag en wil echt niks vergeten. Het lijkt er op dat het me gaat lukken, er liggen al best wat mensen in bed die voldoen aan de vooraf door mij gestelde voorwaarden. Totdat ik de deur open doe van een mevrouw die eigenlijk nooit belt.

Ik vraag of ik haar al naar bed mag helpen en ze geeft aan dat ze dat fijn vindt. Ik help haar met uitkleden en ik merk op dat er waarschijnlijk iets meer werk aan de winkel is dan een schone nachtjapon en tandenpoetsen. Ik zeg: ‘Dat ruikt niet helemaal naar rozen.’
Ze lacht en zegt: ‘Ongelukje’.
Ik denk iets anders over het verkleinwoord dat ze gebruikt en besluit haar lekker te douchen. Veel is nieuw voor mij, waar staat wat, wat is ze gewend, in welke volgorde. Maar het lukt, ze ruikt ‘HEERLIJK, ECHT HEEL HEERLIJK’ naar eigen zeggen en ik denk dat de rest van de gang dat ook gehoord heeft.

Ik help haar naar bed en als ze met haar knieën opgetrokken in bed ligt zegt ze, voordat ik de dekens over haar heen, sla enthousiast: ‘Kijk nou! Mijn knieën glimmen helemaal’.
Missie geslaagd: schoon en veilig in bed.