Ontmoeten | 17 maart 2021

Vandaag een jaar geleden keerden we na een maand rondreizen in Nieuw-Zeeland terug in een ander Nederland dan dat we bij vertrek hadden achtergelaten. Een groter contrast kon er niet zijn. Voor vertrek zei ik ‘deze reis is een afsluiting en een nieuw begin’. Nou, dat was het inderdaad, maar niet zoals ik gedacht had.

Wanneer iemand vraagt wat er zo bijzonder is aan Nieuw-Zeeland dan begin ik bij de mensen. Het natuurschoon en de ruimte is werkelijk overweldigend maar daar hoef je niet voor naar de andere kant van de wereld. De hoofdreden om deze reis te maken was een ontmoeting, een weerzien met vrienden.

En ontmoeting bleek een terugkerend thema te zijn. Het begon al in de supermarkt, waar er aan me gevraagd werd of ik een leuke dag had. Ik gaf een beleefd en sociaal wenselijk antwoord maar dat was niet de bedoeling! De dame was oprecht geïnteresseerd in mijn dag tijdens het scannen van de boodschappen en zo’n gesprek maakt het boodschappen doen ineens een stuk aangenamer. Na een vriendelijk afscheid liep ik toch nog enigszins verbaasd naar buiten.

De volgende morgen stapten we in een busje bij een allervriendelijkste chauffeur. Er zat al een dame naast hem en ze waren verwikkeld in een geanimeerd gesprek. De volgende 400 kilometer zaten we in het busje en wisten we van alles van Helen (de dame naast de chauffeur) en zij van ons. Tijdens de volgende stop stapte haar vriendin Sue in en zij zouden dezelfde track lopen als wij. De komende dagen zouden we elkaar nog wel tegenkomen.

We liepen een tocht van 5 dagen en ontmoette op de tweede dag een ranger van de Departement of Conservation (DoC) hij deed onderzoek naar vleermuizen en wij kregen een korte biologieles. Ook die dag kwamen we een Engelsman tegen die regelmatig naar Nieuw-Zeeland kwam om een tocht te lopen, hij deed op z’n gemak om optimaal te genieten van de natuur.

Later liep ons een hutwarden tegemoet, ook van de DoC, een dame die om de dag van de ene naar de ander hut liep (ruim 20km in ruig terrein) zei vertelde ons over de vogels die we zoal zagen.

We werden ingehaald door een jonge dame uit Oostenrijk die alleen uit benen leek te bestaan. Waar wij heuvelopwaarts aan het zwoegen waren leek zijn als een klein duimpje op zevenmijlslaarzen vooruit te rennen. Later kwamen we haar tegen in de hut, wij kapot, zij vrolijk en ogenschijnlijk niet vermoeid een gezellig verhaal vertellend over haar jeugd in de bergen. Wat zij een logische verklaring vond voor haar gemak van lopen en ons gezwoeg.

De volgende dag werden we verbaasd door een ‘guided tour with gourmet dinner’ wat zoveel betekent als twee gidsen die al het eten sjouwen voor 6 mensen voor het ontbijt, de lunch en iedere dag een 3 gangen diner (en dat voor vijf dagen) en jij met je lichte rugzak op je gemak kunt volgen. Een groepje ‘golden girls’ kwam bij de hut aan met twee jonge gidsen die vol met verhalen over de natuur bij ons kwamen zitten. De ‘golden girls’ plonsde heerlijk in het ijskoude water van de ‘Mountain spa’ terwijl hun diner bereid werd. Wij warmden nog maar eens wat water op voor onze kant en klaar maaltijd.

De volgende dag bij de tussenstop ontmoette we twee vrienden, beide Engelsman, de ene wonend in Japan en pottenbakker de andere uit Australië waar hij docent is. Ieder jaar ontmoeten ze elkaar ergens op de wereld voor een tocht samen.

Bij de één na laatste hut verteld de warden haar ervaring over de volgende track die we gaan lopen, na deze slijtage slag klinkt haar verhaal als een tocht in het paradijs.

De laatste dag ontmoeten we een studente uit Amerika die de volgende dag aan de tocht begint die wij achter de rug hebben. Ze heeft er zin in en loopt in haar eentje. Door de vele ontmoetingen onderweg is dat geen enkel probleem zo weten we nu.

Tussen de eerste en de tweede track hebben we een paar dagen rust. We verblijven op een fijne plek bij Elisabeth en Duan en hun drie kinderen. Ontmoeten de eigenaar van het ‘Mad café’ die zegt 7 keer gereïncarneerd te zijn, hij is kunstenaar en iedere keer als hij ’terugkomt’ heeft hij een andere stijl van schilderen. Overigens allemaal even prachtig.

Onze volgende track brengt ons dichterbij onze eindbestemming, de ontmoeting met oude vrienden. En wat kun je je thuis en welkom voelen bij mensen.

Dat is tekenend geweest voor deze reis, je thuis en welkom voelen. Veiligheid, oordeelloosheid en  vriendelijkheid ervaren. En ik doe heel vaak mijn best om dat gevoel en die ervaring hier in de praktijk te brengen want het ‘oude normaal’ is niet het enige dat we zijn kwijtgeraakt.

 

Hulpmiddel | 1 maart 2021

De officiële betekenis, volgens De Dikke van Dalen:
hulp·mid·del (het; o; meervoud: hulpmiddelen)
1. Middel om een doel sneller, gemakkelijker te bereiken.

Dat kan toch alleen maar positief benaderd worden zou je zeggen? Vaak merk ik in de praktijk dat de betekenis voor veel mensen een daar·be·gin·ik·nog·niet·aan·mid·del is. Ik heb me echt afgevraagd waarom dat is en vond het daarom tijd voor een alleszeggend voorbeeld uit de praktijk waarmee ik de officiële betekenis wil bevestigen.

Het meest geadviseerde hulpmiddel is de rollator. Het is ook, zo blijkt, het meest gevreesde hulpmiddel want het scoort het hoogst op de daar·be·gin·ik·nog·niet·aan·mid·del·en lijst.
Zo was daar een meneer die ik dringend adviseerde om een rollator te gebruiken. Als ik even niet oplette, viel hij om en dat is toch best gevaarlijk. Hij kwam op de fiets naar de praktijk, ‘want fietsen gaat nog prima’. Nu zijn er ziektebeelden waarbij dat werkelijk zo is, dan wil je iemand laten lopen en lijkt het alsof de persoon vastgeplakt staat aan de vloer. Geef ze een fiets of een trap en er lijkt niks aan de hand. Als dat gaat, waarom zou je dan een rollator nodig hebben….

Dus ja, ik geloof deze meneer, maar om hem nou de hele dag te laten fietsen, dat leek me ook zowat. Dat zei ik ook tegen hem en dan schonk hij mij een alleszeggende glimlach.
Maar zo stellig als ik kan zijn, was hij dat ook. Dus er kwam geen rollator, niet eens een voorlopig niet, gewoon niet. Dat was op dinsdag.

Op vrijdag word ik gebeld. Meneer was met de fiets op pad gegaan, moest afstappen, komt stil te staan en valt om, met de fiets in de hand. Niks ernstigs gelukkig maar de schrik zat er aardig in. Nog diezelfde dag is er een rollator besteld en af en toe maken we nog grapjes over zijn stelligheid en mijn gelijk.

Het jammere is wel dat hij nu niet meer durft te fietsen. Dus ik heb het volgende daar·be·gin·ik·nog·niet·aan·mid·del in mijn mond durven nemen, namelijk een driewieler. En als je nu een glimlach om je mond krijgt en zelf denkt ‘daar ga je toch niet mee fietsen’ dan moet je weer even bovenaan beginnen met lezen!