Het is ’s ochtends vroeg, ik loop van huis naar de bushalte in mijn geboortedorp en zodra ik aan het einde van het pad linksaf sla om over te steken zie ik hem al staan, mijn opa, achter het raam van hun slaapkamer.
We zwaaien.
Dat is de dagelijkse praktijk, ik zit in Rotterdam op school en mijn opa heeft mijn bus tijden opgeschreven, van zowel de heen als de terugreis. Ik hoef niet te zeggen als er iets verandert in de planning, hij staat er op de geplande tijd, ben ik er niet dan heb ik de bus gemist of is er iets veranderd in mijn rooster.
Ik heb veel herinneringen aan mijn opa en oma, mijn ouders hadden vroeger een bakkerij en toen mijn zus en ik klein waren gingen we in het weekend naar opa en oma zodat mijn ouders zich konden concerteren op de weekenddrukte van de bakkerij en winkel. Vrijdagmiddag na school werden we gebracht door mijn vader, later toen we wat groter waren gingen we zelf op de fiets. Op zaterdagmiddag, na sluitingstijd, kwamen we dan weer terug. We waren maar 24 uur weg maar wat beleefde we in de tijd veel! Ook later nog, toen ik al veel ouder was en niet meer kwam logeren. De mooiste herinneringen hebben we samen gemaakt, ingeprent zijn ze als heldere foto’s in mijn geheugen.
Dan is het is 24 december 1992, de dag voor kerst en mijn opa komt te overlijden, ik ben dan 17 jaar oud en zijn overlijden maakt een enorme indruk op me. Nog niet eerder in mijn leven is er iemand overleden die zo belangrijk voor me was. Ook dit staat me nog helder voor de geest.
En dan is er straks december 2020, een maand waarin mensen willen vieren en bij elkaar willen zijn, misschien nu nog wel meer dan anders. En zeer waarschijnlijk kunnen er dingen niet omdat onze gezondheid in gevaar is. En daar mee bezig moeten zijn, oplossingen bedenken, flexibel zijn , je kunnen verwonderen en verbazen, je kwaad maken, tegendraads zijn, klagen, respecteren, dat kunnen doen betekent dat je leeft. En dat besef, dit jaar misschien wel meer dan ooit, maakt dat ik denk aan de mensen die ik mis. Dat ik denk aan de mensen die ook iemand moeten missen. Ik doe dat ieder jaar sinds 1992.