Wederkerigheid | 6 januari 2021

‘Als er iets is, dan laat je het weten hè?’ zeg ik aan de telefoon.
Een zin die ik vaak als afsluiting van een gesprek met een patiënt gebruik.

Die week spreek ik een dochter. Haar vader heeft een chronische ziekte en steeds moeten we een beetje bijsturen in ons plan. De lijn naar beneden heeft zich sneller ingezet dan verwacht. Een werkbaar plan vraagt veel van onze creativiteit.

Ik spreek een echtgenote, die haar man ziet veranderen. Meer dan 50 jaar zijn ze samen.
‘We zijn als touw verweven, Lianne.’
De door haar gekozen beeldspraak raakt me. Als touw verweven, voor zo’n lange tijd, dat kan niet meer uit elkaar zonder z’n kracht te verliezen.

Een aantal patiënten en hun naasten maakt een emotionele tijd door. Wanneer je te maken hebt met een chronische ziekte, komt dat extra hard aan en trekt dat een wissel op je gemoed. Dit is een tijd van veel telefoontjes, van advies op afstand en van een luisterend oor.

Ook de man die ik aan de telefoon heb, heeft een pittige tijd doorgemaakt. In het voorjaar stonden we aan zijn deur met boodschappen om ervoor te zorgen dat hij het zou redden. In een tijd waarin we elkaar niet konden ontmoeten, vonden we een manier om er voor hem te zijn. En nu kan ik hem bellen dat hij niet door de regen naar de praktijk hoeft te komen en maak ik een afspraak voor de volgende week.
Bij het afsluiten van het gesprek zegt hij tegen me: ‘Lianne, jij mag mij ook bellen of appen hè, als er iets is’.